In het innovatieproject ‘energie-efficiënte belichtingstechnieken‘ worden belichtingssystemen vergeleken, geanalyseerd en gedemonstreerd in de komkommer-, sla- en tomatenteelt. Inmiddels is de eerste teeltronde afgerond. Hierin werden twee belichtingsbronnen in de teelt van hogedraad komkommers onderzocht.
Dichtheid, belichting, spectra en ras
De planten zijn op 18 januari geplant met een plantdichtheid van 1,9 plant/m2. Deze dichtheid is verdubbeld naar 3,8 plant/m2 door het aanhouden van een tweede stengel. Gedurende de proef werd hybride belichting (SON-T top- + LED tussenbelichting) vergeleken met full-LED belichting. In beide gevallen was de totale assimilatiebelichting 200 µmol/m/s. Verder werden er twee rassen met elkaar vergeleken (Top Vision en Hi Power). Tot slot werd de invloed van verrood licht onderzocht door het toepassen van verschillende spectra in de full-LED kas.
Overige klimaatinstellingen
De overige klimaatinstellingen werden zoveel mogelijk gelijk gehouden. In het geval van temperatuur is dit gedurende de hele proef gelijk geweest in beide afdelingen. Echter, waar de relatieve luchtvochtigheid hoger bleef in de full-LED kas, bleef de CO2 concentratie juist hoger in de hybride kas. Een mogelijke verklaring hiervoor is dat door de stralingswarmte van de SON-T lampen eerder gelucht werd, waardoor een lagere luchtvochtigheid en hogere CO2 concentratie gerealiseerd werd in de hybride kas.
Plantontwikkeling
Wekelijks werd de plantontwikkeling gemeten aan de hand van de lengtetoename, blad- en vruchtzetting en oogst. Aan de hand van de klimaatgegevens en de productie/m2/week werd ook de lichtefficiëntie berekend. Gedurende de eerste weken liep de full-LED afdeling voor op de hybride afdeling in plantontwikkeling. Dit verschil werd kleiner naarmate de invloed van het buitenlicht groter werd. Opvallend was dat gedurende de hele proef, een nadelig effect werd waargenomen van verrood licht. Zowel de plantontwikkeling als de opbrengst bleven achter.
Hoger geoogst gewicht in hybride afdeling
In de beginweken werd de gewenste oogst van 4,0 kg per vierkante meter per week niet behaald, wellicht omdat het gewas te zwaar belast was (zichtbaar door abortie van vruchten en een slechte opvolging van vruchten). Op dat moment is besloten om alle vruchten onderin het gewas te oogsten zodat de vruchten weer op één lijn hingen. Dit, in combinatie met een hogere lichtsom door meer instraling, heeft ervoor gezorgd dat de gewenste oogst wel werd behaald. Vanaf de negende oogstweek bleef de oogst 4,0 kg per vierkante meter per week en meer. Dit getal werd behaald in beide afdelingen, echter het geoogste gewicht lag hoger in de hybride afdeling. Daarnaast werd de lichtefficiëntie, die minimaal 25 gram/mol zou moeten zijn, behaald: deze lag gemiddeld over de gehele teelt, tussen de 28,1 en 31,8 gram/mol.
Tekst via Conny Vervoort (Innoveins)