Afgelopen jaren installeerde Proefcentrum Hoogstraten reeds een tweelagensysteem met aanvullende belichting. Bij het tweelagen systeem kon, in deze proeven, een eenzelfde productie per plant gegenereerd worden. Dit was de eerste stap naar een meerlagenteelt in de aardbeien. Begin 2019 werd in een meerlagensysteem het aantal goten verhoogd van 7 goten in een enkele laag naar 24 goten in een 4-lagen systeem met aanvullende LED belichting. De leverancier kon nog niet voldoen aan de gevraagde, dimbare assimilatiebelichting tot 250 µmol/m².s en voorzag voor 2019 een tussenoplossing met dimbare strips aan een maximale capaciteit van 55µmol/m².s. In het meerlagensysteem wordt de plantdichtheid per vierkante meter serre drastisch verhoogd. Op deze manier proberen we de stookkosten en CO2 uitstoot te reduceren.
Proefbeschrijving
Gangbaar in de aardbeienteelt worden in de serre goten geplaatst op hoogte waarbij de vruchten makkelijk te oogsten zijn. De goten kennen een rijafstand van 1,14m, wat overeenkomt met 7 goten in een 8-meter kap. Boven deze enkele laag is er zeker in de moderne hoge serres een ruimte die onbenut blijft. Begin 2019 is Proefcentrum Hoogstraten gestart met de bouw van een vierlagen systeem om deze ruimte ook te gaan gebruiken. Het systeem werd met 6 rijen voorzien van telkens 4 lagen. Deze rijen staan verder uit elkaar t.o.v. het enkellaag systeem om de toegang voor electrokarren mogelijk te maken in de rijen. In het enkellaag systeem telen we aan een plantdichtheid van 10,5 planten per vierkante meter, voor het meerlagen systeem is dit 36 planten per vierkante meter grondoppervlakte. Per laag komt dit neer op een plantdichtheid van 9 planten per vierkante meter. Om het schaduweffect van de bovenliggende goten op te vangen werden er onderaan de bovenste 3 goten dimbare lichtstrips gemonteerd. Deze werden ingesteld zodat ze bij het opkomen en ondergaan van de zon respectievelijk aan en uit gingen. Boven elke laag werden ook verrood strips geïnstalleerd om strekking te bevorderen indien nodig. De CO2 werd toegediend via luchtslangen bevestigd onderaan de goten van laag 2 en 4 (van onder uit geteld).
Teeltgegevens
Voor de zomerteelt werden trayplanten van het ras Elsanta per 6 opgeplant in bakken van 0,5 m. Deze planten werden op 5 juni opgeplant en twee weken op het trayveld voorgetrokken om op 19 juni in het meerlagensysteem te plaatsen. Op 19 juni werden de led-strips aangeschakeld. Het belichtingsregime werd wekelijks opnieuw ingesteld in overeenstemming met het tijdstip van zonsopgang tot zonsondergang van die week. De beschikbare led-strips gaven maximaal 54-57 µmol/m².s op plantniveau. Planten voor de najaarsteelt werden op 20 augustus voorgetrokken in een leegstaande serre om op 28 augustus te verhuizen naar het meerlagensysteem. De belichting werd op volle capaciteit ingesteld en wekelijks opnieuw ingesteld in overeenstemming met het tijdstip van zonsopgang tot zonsondergang van die week
De led strips bevatten een aandeel rood, wit en blauw licht. Het exacte spectrum van deze ledstrips werd met een spectrometer (Ocean Optics, Jaz-A-IRRAD) opgemeten en is te zien in figuur 2.
Figuur 2: Sprectrum led-belichting gemeten met een spectrometer
Beoordelingen
Het installeren van een meerlagen teeltsysteem heeft een invloed op de lichtinval op de onderliggende lagen en op het heersende klimaat in de serre. Om de effecten hiervan op plantniveau in kaart te brengen werd het gewas gedurende de teelt enkele keren beoordeeld. De gewasstrekking controleerden we door de lengte van de bladstelen op te meten. Effecten op vruchtkwaliteit en bewaring werden nagegaan in vruchtbeoordelingen en bewaarproeven bij 12°C. Daarnaast is het onduidelijk hoe ziekten en plagen zich gaan gedragen in dergelijk systeem. Deze werden op de verschillende lagen dan ook gemonitord om te zien of variaties in temperatuur of vochtigheid meer of minder kansen geven aan pathogenen om schade aan te richten. Hetzelfde geldt voor de gedragingen van hommels in een dergelijk systeem, deze werden gecontroleerd of deze nog steeds een homogene bevlieging gaven en niet de voorkeur gaven aan een bepaalde laag.
Verder werd de temperatuur en luchtvochtigheid continu gemeten m.b.v. EL-USB-2 vocht – en temperatuur datalogger. Deze registreerden de temperatuur en luchtvochtigheid ieder uur en werden voorzien op elke laag. Ook werden regelmatig PAR-loggers (LI-190/R sensor) voorzien per laag. Deze gingen per 2 minuten het invallende PAR-licht op plantniveau gaan meten, op deze manier kon een inschatting gemaakt worden naar het lichtverlies per laag. Bij deze meting is het zeer belangrijk dat er minimaal verstoringen optreden door werkers die in het gewas actief zijn en voor schaduw zorgen. PAR-loggers werden dan ook steeds in het weekend in het meerlagensysteem geplaatst.
Conclusies
Producties, sortering en kwaliteit van de vruchten waren ondermaats om tevreden te zijn over de huidige opstelling van dit systeem. Dit is waarschijnlijk te wijten aan het feit dat de onderste lagen onvoldoende belicht konden worden om het lichtverlies te compenseren. In de winter van 2019-2020 wordt een nieuwe, dimbare belichting geïnstalleerd die tot 255µmol/m².s kan bijlichten. Met dergelijke installatie zullen we in staat zijn lichtverlies per laag te compenseren.
Daarnaast is de bewaring van de onderste vruchten ondermaats. Er is meer aantasting van de vruchten door Botrytis in de bewaring. Dit is waarschijnlijk te wijten aan de hogere luchtvochtigheid. Als eerste oplossing zullen we verticale ventilatoren plaatsen die voor een homogener klimaat kunnen zorgen.
Verschillen in voorkomen van plagen of ziekten in het gewas en bestuiving door hommels werden in deze teelten niet teruggevonden.
Dit artikel is een eindresultaat. Bent u benieuwd naar het volledige resultaten?
Lees dan het volledige rapport
Voor meer informatie neem contact op met:
Maarten Hofkens – [email protected]