Veel technologische innovaties leiden niet tot een doorbraak op de markt. Een veel voorkomende reden hiervoor is dat vanaf de eerste ontwerpfasen te weinig rekening wordt gehouden met de eindgebruiker en andere belanghebbenden. Om dit te voorkomen zijn binnen GLITCH co-creatieve innovatietrajecten opgezet door de Universiteit Antwerpen (UA). Zo wordt gepoogd tot succesvolle innovaties te komen in de glastuinbouw.
Co-creatie binnen de glastuinbouw
Vanuit de samenleving is er steeds meer vraag naar energiereductie en klimaatneutralere teelttechnieken. GLITCH draagt middels negen innovatieprojecten bij aan de ontwikkeling om tot energie-efficiënte belichtingstechnieken en meer klimaatneutrale teeltsystemen te komen. Co-creatie wordt hierbij als de sleutel gezien voor succesvolle innovatie. ‘Samen met diverse partijen uit de glastuinbouw zoals telers, proefstations, kenniscentra en kassenbouwers worden co-creatietrajecten opgezet. Telers en toeleveranciers worden zo vanaf het begin bij het innovatieproject betrokken, zodat de ontwikkelde innovatie efficiënter, relevanter en toepasbaarder wordt’, aldus Ingrid Moons van Universiteit Antwerpen. Co-creatie met diverse stakeholders leidt zodoende tot een efficiëntere innovatie en transformatie die beter op de wensen van telers is afgestemd. De Vlaamse innovatiemonitor (2012) stelt dat co-creatie, in combinatie met andere hefbomen, kan leiden tot een toename van het innovatiesucces en bedrijfsprestaties met respectievelijk 52% en 29%.
Planmatig naar een werkbaar product
Het ontwerpen van elke innovatie wordt procesmatig in een aantal stappen opgedeeld waarbij op een creatieve manier wordt gezocht naar vernieuwing en op een gestructureerde manier naar de beste oplossing toe wordt gewerkt. De bestaande co-creatie roadmap die ontwikkeld werd door Universiteit Antwerpen wordt als basis genomen en verder ontwikkeld als methodologie voor het project GLITCH. ‘Onze co-creatie methodologie is gebaseerd op het ‘double diamond’ ontwerpproces van de British design Council (Design Council, 2005), legt Kristien Daems van Universiteit Antwerpen uit. ‘Het double diamond ontwerpproces bestaat uit opeenvolgende fases van divergeren en convergeren. In de divergentiefase wordt het innovatiedoel bepaald, het co-creatieteam samengesteld en wordt er gestart met de ontwikkeling van ideeën. De convergentiefase behandelt vervolgens de vraag welk idee een goed concept is aan de hand van convergerende brainstormtools. Tot slot worden de concepten verrijkt en geoptimaliseerd en wordt er een eerste productarchitectuur opgesteld, een plan van aanpak om tot een écht werkbaar product te komen. Hiervoor worden demonstraties georganiseerd om de voortgang van de projecten te tonen en af te toetsen bij de telers. Daarbij worden ook experts op het gebied van milieu, wetgeving, licht- en andere technieken geconsulteerd.’
Eerste co-creatietrajecten opgestart
Bij zeven van de negen innovatieprojecten van GLITCH worden co-creatietrajecten toegepast. De eerste sessies hiervan hebben inmiddels plaatsgevonden. Zo hebben recentelijk workshops plaatsgevonden rondom de energie-efficiënte belichtingstechnieken in de sla-, komkommer- en tomatenteelt. Deze sessies leverden zeer waardevolle input op voor GLITCH. ‘De workshops waren gericht op de divergentiefase van de co-creatiemethodiek. In deze fase zijn dit vooral workshops en bevragingen om de behoeften, wensen en meningen van de teler met betrekking tot de gewenste innovaties in kaart te brengen. Op basis van vier tot vijf workshops en continue bijsturing wordt er toegewerkt naar een écht werkbaar product’, legt Ingrid Moons van Universiteit Antwerpen uit. De inzichten die verworven worden in de workshops worden geïntegreerd in een afgewerkte roadmap die bedrijven uit de glastuinbouw kunnen gebruiken om op een co-creatieve manier tot duurzame en ecologisch verantwoorde innovaties te komen. Door de effectieve interactie met stakeholders stijgt immers de kans dat de innovaties ook daadwerkelijk worden geadopteerd.