Rode slatypes kleuren rood door de vorming van anthocyanen. UV-B-licht heeft een heel grote invloed op de vorming van deze anthocyanen. Daarom wordt bij de bouw van een nieuwe serre voor alternatieve slasoorten op hydrocultuur gekozen voor low-iron glas met een hogere UV-B doorlaatbaarheid.
Telers kunnen daarnaast ook kiezen tussen helder en diffuus glas. Bij diffuus glas moet men een keuze maken tussen glassoorten met een verschillende haze-factor, variërend van bijvoorbeeld 3 tot 40%. Diffuus glas zorgt voor meer verstrooiing van het licht waardoor het licht dieper in het gewas doordringt. De keuze tussen helder of diffuus glas heeft heel weinig invloed op de UV-B-doorlaatbaarheid. In de nieuwbouwafdeling van het proefstation werd gekeken of deze verstrooiing van het licht onder diffuus glas kan zorgen voor een betere roodverkleuring bij rode slatypes ten opzichte van helder glas. Mogelijk kunnen de hartbladeren meer rood verkleuren door een betere verstrooiing van het licht.
In deze proef zijn 12 rassen vergeleken onder zowel helder glas (Saint-Gobain Cultilène, Albarino, zero crystal plus) als diffuus glas (Saint-Gobain Cultilène, Albarino, low haze 20%). Beide glassoorten zijn voorzien van een dubbele anti-reflectiecoating. De UV-B-doorlaatbaarheid van het helder glas, gemeten bij 315 nm bedraagt 22,2% en voor diffuus glas is dat 21,3%. De rassen werden telkens in vier herhaling geplant onder helder (Saint-Gobain cultilène zero crystal, 2 AR) en diffuus (Saint-Gobain cultilène low haze (20%), 2 AR) glas. Dit op twee aparte MGS systemen die naast elkaar zijn. Beide glastypes bevinden zich in één serre, het glas wordt doorgetrokken van het dak naar de zijgevel. Onder beide glastypes is de voeding en watergift
hetzelfde. De belichting, HPS, is ook gelijk.
Bent u benieuwd geworden naar de resultaten van dit onderzoek?