De teelt van sla in hydrocultuur is een groeiende teelt. Het is een intensieve teelt die standaard belicht wordt om de productie in de winter op pijl te houden. Standaard wordt de sla belicht met SON-T lampen, maar led lampen zijn efficiënter en duurzamer. Daarom worden deze meer en meer gebruikt in de sla-teelt. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat sla geteeld onder led-licht hogere lichtintensiteiten toelaat dan onder SON-T-licht, zonder extra rand in de sla te veroorzaken. Met een hogere lichtintensiteit kan een hogere productie worden gehaald. Daarenboven kleuren rode types mooier rood, groeien compacter en maken een dikker blad onder een blauw-rood spectrum. Maar wanneer zware kropsla wordt geteeld, dan zien we dat dit type onder het blauw-rode spectrum vaak te compact groeit. In de winter van 2018-2019 hebben we aangetoond dat kropsla minder compact groeit met 8% verrood, maar het was echter nog steeds minder mooi en compacter als onder standaard SON-T licht. Daarom hebben we in de winter van 2019-2020 SON-T licht vergeleken met led licht met 13% verrood. We hebben dit ook vergeleken met hybride belichting (led en SON-T) om te kijken of we hiermee de groeisnelheid van led konden evenaren met de kwaliteit van SON-T.
Proefbeschrijving
In deze proef hebben we SON-T belichting vergeleken met hybride belichting en led belichting op de teelt van kropsla (Presteria, Rijk Zwaan). Als tweede proefvariabele hebben we het type glas. Op de helft van de serre hebben we helder glas (Saint-Gobain cultilène zero crystal, 2 AR) en op de andere helft hebben we diffuus glas (Saint-Gobain cultilène low haze (20%), 2 AR). Onder elk glas hebben we elke belichting. Bij de led belichting hebben we 73 µmol PAR licht, waarvan 83% rood, 9% blauw en 8% groen. Hierbij hebben we 13% extra verrood licht. Bij de hybride belichting is er 65 µmol PAR licht, waarvan 60% rood, 4% blauw en 35% groen. Hierbij hebben we 9% extra verrood licht. En bij de SON-T belichting is er 51 µmol PAR licht, waarvan 52% rood, 3% blauw en 45% groen. Hierbij hebben we 11% extra verrood licht. Deze lichthoeveelheden hebben we gekozen omdat eerder onderzoek heeft aangetoond dat we zware Presteria kropsla kunnen telen tot 50 µmol/m2.s zonder rand te veroorzaken, voor hybride belichting is dat 60 µmol/m2.s en voor led 70 µmol/m2.s. Door deze lichtintensiteiten te kiezen vergelijken we niet enkel het type licht maar ook de lichtsterkte die er in de praktijk bij hoort. In elke afdeling is er een ondernet, een transparant open doek (Svensson Harmony 2315 O FR) en een belichtingsdoek (Svensson 9950 FR W) aanwezig. (Fig. 1) De drie afdelingen kunnen van elkaar gescheiden worden met tussendoeken.
De sturing was anders in de drie afdeling en steeds optimaal voor elk lichtrecept. In het begin van de teelt werd het ondernet gebruikt. Aan het einde van de teelt hebben we gekozen om het niet meer te gebruiken, dit om de kwaliteit te verbeteren.
Deze proef was de eerste teelt in de nieuwe serre. De pomp die het water van de verschillende afdelingen samen mengde werkte nog niet in deze nieuwe serre. Hierdoor hadden we een aparte voeding in elke afdeling. Omdat rand en gewicht heel sterk voeding afhankelijk zijn, hebben we besloten om deze niet mee te nemen in de resultaten.
Benieuwd geworden naar de resultaten van deze proef?