De verwarming van serres gebeurt hoofdzakelijk door middel van de buisrails en het groeinet. Daarnaast is er ook een laag temperatuur (LT)-verwarmingsnet waarmee de restwarmte van de WKK in de serre wordt verdeeld. Zoals de naam zegt, gaat het hier om laagwaardige warmte. Standaard worden voor dit verdeelsysteem PE-buizen gebruikt. Er zijn echter materialen die laagwaardige warmte op een efficiëntere manier kunnen afgeven. Thomas More Kempen screende vorig jaar 20 verschillende alternatieve materialen, die allemaal verschilden qua vorm, kleur of afmetingen. Bij verschillende buistemperaturen werd het vermogen gemeten dat de verschillende buizen kunnen afgeven. Deze metingen werden vergeleken met theoretische formules om de afgifte van stralings- en convectiewarmte na te rekenen.
De meest performante warmteafgifte systemen voor laagwaardige warmte worden dit jaar in een serreproef op het Proefstation voor de Groenteteelt getest. Als referentie worden witte polyethyleen (PE) darmen met een diameter van 40 mm gebruikt (foto 1). Deze worden vergeleken met vernette PE verwarmingsbuizen met een diameter van 20 mm van Henco (foto 2). De vernette PE buizen zouden een beter luchtdichtheid moeten hebben dan de standaard PE buizen en geven per m² oppervlak meer warmte af dan buizen met een grotere diameter. Als derde object wordt Alcoa 70 van Alcomij getest (foto 3). Dit zijn aluminium verwarmingsbuizen die uitgerust zijn met vinnen om het afgifte oppervlak te vergroten.
Het verwarmingssysteem kan ook een invloed hebben op de planten zelf. Daarom bekijken we of we betere teelttechnische resultaten kunnen behalen door het LT-net op een andere hoogte te hangen. Hiervoor hangen de PE-darmen onder de teeltgoot, naast de teeltgoot of tussen de planten. Productie- en plantparameters worden opgevolgd.
Dit artikel is geschreven door:
Lieve Wittemans & Stephanie De Bie – Proefstation voor de Groenteteelt
Bert De Schutter – Thomas More