Het klimaat in de serre is van wezenlijk belang om een optimale productie te krijgen. Eén van de parameters om dit klimaat te sturen is de verwarming. Deze wordt gebruikt om de temperatuur op pijl te houden of te verhogen. Vele systemen, of reststromen, geven warmte af op een relatief lage temperatuur (maximaal 40 °C). Omdat deze warmte niet zo eenvoudig in te zetten is, spreken we hier van laagwaardige warmte. Deze wordt meestal via een buizensysteem in de serre gebracht. Bij buizensystemen wordt water als transportmiddel gebruikt omdat water een hoge soortelijke warmte heeft, het kan dus veel warmte opslaan per kg, en omdat de warmtevrijgave vrij eenvoudig te regelen is door het gebruik van kleppen en pompen. Om de warmte-opwekker met een maximaal rendement te laten werken en een goed klimaat te kunnen krijgen in de serre is het belangrijk dat het afgifte systeem goed wordt ontworpen. In voorgaand onderzoek (zie rapport: Doormeting afgiftesystemen laagwaardige warmte) werden daarom vermogenskarakteristieken van verschillende buistypes en materialen bepaald.
Om te onderzoeken of de resultaten die we in het labo haalden bevestigd werden in de praktijk, werd in het Proefstation Sint-Katelijne-Waver (PSKW) een proef opgestart in een belichte tomatenteelt tijdens de winterperiode 2020-2021. Het doel van dit onderzoek bestond er in om het verwarmingsvermogen van de verschillende buistypes in praktijkomstandigheden op te meten en deze te vergelijken met de resultaten die bekomen werden tijdens de labometingen.
Bent u benieuwd naar het volledige rapport?