Het klimaat in de serre is van wezenlijk belang om een optimale productie te krijgen. Eén van de parameters om dit klimaat te sturen is de verwarming. Deze wordt gebruikt om de temperatuur op pijl te houden of te verhogen. Onafhankelijk van de warmtebron, of dit nu een ketel, wkk of restwarmte van een industrieel proces is, moet de warmte die wordt opgewekt afgegeven worden in de serre. Deze warmte-afgifte kan op verschillende manieren gebeuren, maar meestal wordt hiervoor een buizensysteem gebruikt dat warm water doorheen de serre transporteert en de warmte vrijgeeft. In eerste instantie gaan we dieper in op de theorie van de warmte-afgifte en geven we aan wat het belang is van een juiste dimensionering van het afgiftesysteem. Daarna worden de resultaten weergegeven van de doormeting van verschillende afgiftesystemen van laagwaardige warmte in de serre.
Het volledige rapport is hier terug te lezen.
Onderstaand vindt u de samenvatting van het rapport.
Samenvatting
Vele systemen, of reststromen, geven warmte af op een relatief lage temperatuur (maximaal 40 °C). Omdat deze warmte niet zo eenvoudig in te zetten is, spreken we hier van laagwaardige warmte. De afgifte van deze warmte in de serre wordt in dit rapport onderzocht. Hiervoor is er eerst een theoretische analyse gemaakt van de afgifte van laagwaardige warmte in de serre. De belangrijkste eigenschappen van de afgiftesystemen bleken hier het materiaal en de kleur van het afgiftesysteem, de vorm van het afgiftesysteem en de luchtverplaatsing langst het afgiftesysteem te zijn. Het tweede deel van deze analyse bestaat uit een doormeting van verschillende verwarmingssystemen. Er werden 20 verschillende afgiftesystemen doorgemeten naar warmte-afgifte in gecontroleerde omstandigheden in een laboratoriumomgeving. De onderzochte afgiftesystemen waren buizensystemen bestaande uit verschillende vormen (met een groter verwarmend oppervlak), materialen en kleuren. Op basis van de hier bekomen data werden empirische formules opgesteld worden, zodat een toepassing van de onderzochte systemen goed gedimensioneerd kan worden. Op die manier kan men er zeker van zijn dat de laagwaardige warmte optimaal gebruikt wordt. Daarnaast kan men op basis van deze gegevens ook een vergelijking maken van de warmte-afgiftekarakteristieken van de geteste afgiftesystemen. Hieruit blijkt dat het verwarmend oppervlak een grote invloed heeft op de warmteafgifte. Zoals verwacht blijkt de aanwezigheid van lamellen op de buizen de warmte-afgifte te vergroten. Ook het gebruikte materiaal en de kleur van de buizensystemen blijken een grote invloed te hebben op de warmte-afgifte. De meest veelbelovende systemen werden vervolgens ook doorgemeten in omstandigheden die korter aanleunen aan praktijkcondities. In een komkommerteelt in de serres van PSKW werden vier afgiftesystemen geanalyseerd. Hieruit bleek dat de afwijking tussen de resultaten van de metingen in gecontroleerde condities gelijkaardig zijn aan de resultaten van de metingen in praktijkomstandigheden.